Loading...
 

Psalm 44

Psalm 44: Jij bent het die ons redt

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 892-894)

Een lied van de Korachieten. Voor de zangleider.


God, lang geleden hebt u wonderen gedaan,
in de tijd van onze voorouders.
Zij hebben het doorverteld aan hun kinderen,
en die hebben het weer aan ons verteld.

U hebt andere volken weggejaagd
om onze voorouders een eigen land te geven,
een plek waar ze konden wonen.
Ze kregen het land niet op eigen kracht,
niet door hun wapens en hun leger.

U hebt hun het land gegeven,
u hebt hen geholpen met uw macht.
U hebt hen beschermd,
omdat u van hen hield.
God, u hebt dat gedaan,
u liet het volk van Jakob overwinnen.
U bent onze koning!


Samen met u verslaan wij onze vijanden,
met uw hulp vernietigen wij onze tegenstanders.
We vertrouwen niet op onze wapens,
we weten dat geweld ons niet kan redden.

U bent het die ons redt van onze vijanden.
U overwint ze, u jaagt ze weg.
Daarom zingen we elke dag voor u,
daarom danken wij u steeds opnieuw.


Maar nu wilt u ons niet meer zien.
U gaat niet meer met onze legers mee,
u gaat niet voor onze soldaten uit.
Daarom moesten we vluchten voor onze vijanden.
Ze hebben ons verslagen,
en ze hebben alles van ons afgenomen.

U hebt ons zomaar weggedaan,
zo makkelijk als je een schaap laat slachten.
U hebt ons weggejaagd naar verre landen.
Wij waren uw volk,
maar u hebt ons weggegeven,
u hebt ons zomaar weggedaan.


De volken om ons heen beledigen ons,
ze hebben geen respect voor ons,
ze lachen ons uit.
U hebt ons overal belachelijk gemaakt,
alle volken spotten met ons.

Dat moeten we meemaken,
elke dag weer.
Als we onze vijanden horen lachen,
als we zien hoe ze ons straffen,
dan voelen we ons vernederd.


Al die dingen maken we mee,
maar we vergeten u niet.
We zijn u trouw gebleven,
we zijn niet bij u weggegaan.
We leven volgens uw wet,
en toch vernietigt u ons!
U laat ons leven in ellende,
u hebt ons alleen gelaten.

We zijn u niet vergeten, God,
we hebben geen andere goden vereerd.
Dat zou u wel hebben ontdekt!
U weet toch alles van ons?
Maar wij moeten sterven omdat we trouw zijn aan u.
We worden behandeld als schapen die worden geslacht.


Word wakker, Heer! Waarom slaapt u?
Word wakker, en laat ons weer bij u komen.
Waarom verbergt u zich,
waarom vergeet u onze ellende,
waarom denkt u niet aan ons?

We zijn diep bedroefd,
we hebben geen kracht meer om te leven.
Kom ons te hulp, Heer,
laat ons uw liefde zien en red ons!



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Voor de koorleider. Van de Korachieten. Een kunstig lied.

God, wij hoorden het met eigen oren,
onze voorouders vertelden het ons:
wat Jij in hun dagen liet gebeuren,
in die dagen van het begin.

Je verdreef met eigen hand de vreemde volken,
en plantte daar onze voorouders.
Je versloeg volksstammen, en bevrijdde onze ouders.
Want ze kregen dit land in niet bezit dankzij hun zwaard,
hun eigen arm bracht hun geen zege:

dat deden je arm, je rechterhand en je stralend gelaat,
omdat Je hen goed gezind was.
Jij was het, mijn koning, mijn God,
die de bevrijding van Jakob bevolen hebt:

met Jou duwen we onze belagers omver,
in jouw naam zetten we de voet op onze tegenstanders.
Ik vertrouw niet op mijn boog,
mijn zwaard brengt mij geen overwinning.

Jij bent het die ons redt van onze vervolgers,
die onze haters beschaamd maakt:
Dankzij God mogen we dag aan dag zingen,
je naam altijd weer loven.

Maar nu heb Je ons verstoten, vernederd,
Je gaat niet meer op kop van onze legers,
Je doet ons vluchten voor onze belagers;
Zij die ons haten plunderen zich rijk.

Je levert ons uit als schapen voor het spit,
Je verspreidt ons onder vreemde volken,
Je doet je volk van de hand
en slaat hun waarde niet hoog aan.

Je maakt ons tot mikpunt van spot,
onze omgeving veracht en pest ons,
Je maakt ons belachelijk bij de volken.
Ze schudden meewarig het hoofd.

Elke dag opnieuw zie ik mijn schande,
het schaamrood bedekt mijn gelaat
als ik de vijand hoor spotten en beledigen,
met blikken van haat en van wraakzucht.


Het kwam alles over ons hoofd:
en toch hebben we Je nooit vergeten,
en hebben je verbond niet gebroken.
ons hart was Je nooit ontrouw,
onze voetstappen weken niet af van je pad
Toch deed Je ons gekromd gaan
naar waar de jakhalzen huizen,
Je hebt ons gehuld in schaduw van de dood.

Zijn we dan de naam van God vergeten?
Strekten we onze handen naar een vreemde God?
Zou God dat dan niet weten?
Hij toch weet wat het hart verborgen houdt.
Om Jou doodt men ons.
Dag aan dag ziet men ons als schapen voor de slacht.

O God, word wakker! Waarom slaap Je?
Word wakker! Verwerp ons niet voor altijd.
Waarom keer Je je gezicht van ons af?
Waarom vergeet Je onze ellende, onze nood?

Onze ziel ligt neer in het stof,
ons lichaam is aan de aarde gebonden.
Sta op! Kom ons te hulp:
bevrijd ons omwille van je liefde!



Stilstaan bij …

Korachieten
Dit waren tempelzangers. Ze worden ook ‘zonen van Korach’ , afstammelingen van Korach genoemd, naar de man die in opstand kwam tegen Mozes en Aäron, toen de Israëlieten veertig jaar door de woestijn trokken vanuit Egypte naar het Beloofde Land. Omdat Korach uit de stam Levi was, was het normaal dat zijn zonen / nageslacht later in de tempel te Jeruzalem zouden dienen, omdat dit voorbehouden was aan de stam Levi.

Een kunstig lied
Hiermee wordt een ‘artistiek lied’ bedoeld, een lied dat met artistieke vaardigheid werd geschreven.

Arm
= Strijdbaarheid

Op iemand de voet zetten
= vertrappelen.

Schapen voor het spit
De schrijver bedoelde er slachtvee mee. Met dit beeld riep hij de ballingschap op.

Jakhalzen
Dieren die aas opeten en zo de gedachte aan dood oproepen. (In het oude Egypte werd Anubis, de Egyptische god van de dood, afgebeeld met de kop van een jakhals)
Dat overledenen door dieren werden opgegeten, betekent dat ze niet begraven werden. Dit werd als een grote schande ervaren.





Bij de tekst

Indeling

VerzenSoort tekst Inhoud
2-9LofliedHerinnering aan de machtige daden die God in het verleden deed voor zijn volk
10-17 AanklachtKlacht over de recente straf van God voor zijn volk (ballingschap)
18-23Betuiging van onschuldHet volk is God niet vergeten.
24-27SmeekbedeOproep tot God om opnieuw machtige daden te verrichten voor zijn volk.




Paulus en psalm 44

In zijn brief aan de Romeinen gebruikte Paulus psalm 44 om te zeggen dat christenen het net zo moeilijk zullen hebben als in de psalm.
Maar net als in de psalm zal God hen niet vergeten.